Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben een akkoord bereikt dat elk nieuw gebouw vanaf 2027 verplicht van zonnepanelen moet worden voorzien. De herziene richtlijn energieprestatie van gebouwen ondersteunt de inspanningen van de EU om gebouwen in de hele EU CO2-vrij te maken. De herziene richtlijn bevat een reeks maatregelen die de regeringen van de lidstaten moeten helpen de energieprestatie van gebouwen structureel te verbeteren. De focus ligt vooral op de slechtst presterende gebouwen. Elke lidstaat stelt zijn eigen nationaal traject vast om het zogenaamde gemiddelde primaire energieverbruik van residentiële gebouwen tegen 2030 met 16 procent te verminderen en tegen 2035 met 20 tot 22 procent. Daarbij wordt voldoende flexibiliteit geboden om rekening te houden met de nationale omstandigheden. De lidstaten kiezen zelf op welke gebouwen zij zich richten en welke maatregelen zij nemen.

De nationale maatregelen moeten ervoor zorgen dat renovatie van de slechtst presterende gebouwen goed is voor ten minste 55 procent van de daling van het gemiddelde primaire energieverbruik.

Zonnepanelen

In de richtlijn wordt vastgelegd dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat nieuwe gebouwen klaar zijn voor zonne-energie, ‘solar ready’, wat betekent dat ze geschikt moeten zijn voor de installatie van zonnepanelen of zonnecollectoren met een zonneboiler.

De installatie van zonne-energiesystemen wordt bovendien de standaard voor nieuwe gebouwen. Voor bestaande openbare en niet voor bewoning bestemde gebouwen wordt zonne-energie vanaf 2027 geleidelijk verplicht waar dit technisch, economisch en functioneel haalbaar is. De verplichting zullen op verschillende tijdstippen in werking treden, afhankelijk van het type en de grootte van het gebouw. Voor alle nieuwe residentiële gebouwen – oftewel woningen en appartementen – worden zonnepanelen tegen 2030 verplicht.

Concreet moet installaties voor zonne-energie worden geïnstalleerd – mits ze technisch geschikt en economisch en functioneel haalbaar zijn – in de volgende gevallen:

  • vanaf 2027 op alle nieuwe openbare en niet-residentiële gebouwen met een bruikbaar vloeroppervlakte van meer dan 250 vierkante meter;
  • vanaf 2028 voor alle bestaande niet-residentiële gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 500 vierkante meter die een actie – zoals een verbouwing – ondergaan waarvoor een vergunning vereist is;
  • vanaf 2028 voor alle bestaande openbare en niet-residentiële gebouwen met een bruikbaar vloeroppervlakte van meer dan 2.000 vierkante meter;
  • vanaf 2020 voor alle bestaande openbare en niet-residentiële gebouwen die groter zijn dan 750 vierkante meter;
  • vanaf 2030 voor alle nieuwe woongebouwen en alle nieuwe overdekte parkeerplaatsen naast de woongebouwen;
  • vanaf 2031 voor alle bestaande openbare gebouwen met een bruikbaar vloeroppervlak van meer dan 250 vierkante meter.